Kosten € 1.045,00
Inclusief digitale reader en koffie/thee, exclusief lunches en literatuur
Minimaal
Maximaal
Inclusief digitale reader en koffie/thee, exclusief lunches en literatuur
Geaccrediteerd door de VGCt als nascholingscursus (25 pnt; heraccreditatie cognitief gedragstherapeuten VGCt)
Verdeeld over 4 lesdagen
Minimaal 90% aanwezig en eindopdracht met een voldoende afgerond
Theoretische en praktijkgerichte uitleg
Eindopdracht
Boosheid, agressie en geweld zijn veelvoorkomende fenomenen die onderdeel uitmaken van ons mens zijn. Deels zit een vermogen tot boosheid, agressie en geweld biologisch in onze natuur ingebakken. Boosheid en agressie zijn enerzijds adaptief en functioneel aanwezig om als soort te kunnen overleven. Anderzijds kan boosheid en agressie ook disfunctioneel raken en leiden tot ernstig ontregelende problematiek voor de cliënt en zijn omgeving. Relatieproblematiek, juridische sancties, problemen op het werk, relationeel en seksueel geweld of in uiterste gevallen zelfs moord of doodslag zijn hier voorbeelden van.
Vaak zijn zorgprofessionals vanuit diverse disciplines en settingen betrokken bij cliënten die gebukt gaan onder hun eigen boosheid. Te denken valt aan systeemtherapie, psychiatrische ondersteuning en individuele psychotherapie in zowel de reguliere GGz als in de forensische psychiatrie.
Cliënten vergen vaak een specifieke benadering. De zorgprofessional stuit potentieel op meerdere bijzondere omstandigheden:
Niet verwonderlijk hebben cliënten vaak meerdere therapieën achter de rug, waarbij een aantal in een juridisch kader terecht komt. Veelal raken ze van onthechting in hechtenis. Hoewel de problematiek lastig en taai kan zijn, zijn deze cliënten met de juiste kennis en kunde wel degelijk goed te behandelen. Zo zijn er voor zowel boosheid als agressie veel bewezen effectieve behandelmogelijkheden beschikbaar.
Cognitieve gedragstherapie is een zeer geschikte behandelmethode waarmee, ook in een forensische setting, goede resultaten worden behaald. De behandelaar zal hierbij wel over een breder arsenaal moeten beschikken om de zorgverlening voor deze urgente doelgroep te verbeteren.
Verschillende cognitief-gedragstherapeutische interventies zijn effectief gebleken in het behandelen van boosheid en agressief gedrag. Met behulp van deze interventies kunnen cliënten leren om belangrijke triggers te herkennen en te vermijden. Ook kunnen antisociale en vijandige cognities middels diverse uitdaagtechnieken op hun houdbaarheid en waarheid worden onderzocht. Ervaringsgerichte oefeningen bieden evengoed mogelijkheden om deze problematiek te behandelen. Zo kunnen disfunctionele cognities en gedragingen middels zelfcontrole procedures, exposure-technieken en gedragsexperimenten worden onderzocht en aangepast.
Verwerkingsgerichte technieken, zoals het Woede Wrok Wraak protocol, mogen eveneens niet ontbreken aangezien de veelal in overvloed aanwezige belastende leerervaringen de klachten mogelijk aansturen.
Tot slot bieden vaardigheidstrainingen soelaas gezien adequate prosociale vaardigheden bij deze cliënten veelal beperkt aanwezig zijn of te weinig worden ingezet. Dit alles ingebed in een veilige therapeutische relatie waarin empathisch wordt geconfronteerd en grenzen worden gesteld.
Er zijn door de jaren heen meer dan 100 therapie-effect onderzoeken verricht naar cognitief gedragstherapeutische interventies bij aan woede-gerelateerde problematiek. Hieruit komt globaal naar voren dat boosheid en bijkomende problematiek goed te behandelen valt bij diverse leeftijdsgroepen en verscheidene soorten populaties. De behandeleffecten blijken bovendien groot en behouden over tijd mits adequaat toegepast.
Aangezien de meeste cliënten vanwege juridische sancties onder dwang behandeling dienen te ondergaan en zij veelal hun omgeving in plaats van zichzelf als aard van het probleem zien, kan het behouden van een goede therapeutische relatie een flinke uitdaging zijn.
Daarnaast is reductie van recidive een belangrijke drijfveer. Derhalve wordt geadviseerd te werken volgens het RNR model: rekening houdend met het risico (Risicoprincipe), gericht op de factoren die kans op recidive verkleinen (Behoefteprincipe) en afgestemd op de individuele eigenschappen van de cliënt (Responsiviteitsprincipe).
Einddoel is dat u in staat bent om het geleerde (onder supervisie) toe te passen in de behandeling van cliënten met problemen met boosheid of agressief gedrag.
Verschillende interventies en achterliggende principes komen in de training uitgebreid aan bod.
Tijdens de bijeenkomsten maakt u op systematische wijze kennis met de methoden en interventies die gericht zijn op boosheid, reactieve agressie, proactieve agressie en diverse vormen van delict gedrag (e.g., relationeel en seksueel geweld).
Vaardigheden oefent u onder meer in rollenspellen, waarbij u wisselend als therapeut en als cliënt optreedt. Tijdens de praktische oefeningen staan het therapeutische proces en de therapeutische relatie centraal.
Basispsychologen, cognitief gedragstherapeuten VGCt, Gz-psychologen, klinisch psychologen, psychotherapeuten, artsen, systeemtherapeuten, verpleegkundig specialisten GGZ, arts-assistenten of psychiaters.
Voor iedere deelnemer geldt dat die tenminste een 100 uur basiscursus VGCt moet hebben afgerond (al dan niet integraal in de Gz-opleiding).
Van belang is dat iedere deelnemer ten minste in aanraking komt met cliënten waarbij problemen met boosheid of agressief gedrag de boventoon voeren. Dit is niet per se gebonden aan het forensische kader. Ook bij overwegend internaliserende problematiek kan boosheid en agressie een overheersende rol innemen.
In de training leert u boosheid, diverse vormen van agressief gedrag en geweld van elkaar te onderscheiden. U leert de achterliggende functies en uitingsvormen van boosheid, agressie en geweld herkennen en begrijpen. Ook raakt u bekend met de onderliggende vijandige en antisociale cognities. U leert diverse cognitief gedragstherapeutische technieken aan waarmee u cliënten helpt hun boosheid en agressie beter onder controle te krijgen.
Gezien boosheid veelal tot uiting komt bij cliënten die in behandeling zijn in een forensisch kader, zal tevens aandacht worden besteed aan het begrijpen en voorkomen van delictgedrag. Het Risk Need Responsivity model (RNR) en de delictscenario-analyse komen hierbij onder andere aan bod.
Bij diverse vormen van pathologie, met name cluster B in combinatie met antisociale problematiek en/of psychose-gerelateerde problematiek, komen diverse vormen van agressie voor.
Hierbij is het onderscheid tussen reactieve en instrumentele agressie essentieel voor de behandeling waarbij diverse vormen van cognitief gedragstherapeutische interventies kunnen worden ingezet. Een duidelijke casusconceptualisatie en aandacht voor criminogene factoren dient als uitgangspunt.
De volgende elementen komen in de training aan de orde:
Inleidingen, powerpoint-presentaties, demonstraties, discussies, praktijkopdrachten, literatuurstudie, huiswerkopdrachten, oefeningen, rollenspelen met vignetten en eigen casuïstiek, video-inbreng, schriftelijke toetsing.
– dr. Marien Lievaart (bijeenkomst 1 tot en met 4),
Gz-psycholoog, Cognitief-gedragstherapeut VGCt,
Fivoor Rotterdam team Trauma & Persoonlijkheidsstoornissen en normoverschrijdend gedrag.
– dr. Almar Zwets (bijeenkomst 2 en 3),
Gz-psycholoog, Forensisch FACT team Antes Groep en Trubendorffer Verslavingszorg.
Voor het verkrijgen van het certificaat gelden als voorwaarden:
– Aanwezigheid 90%. 1 dagdeel kan regulier worden gemist en een tweede dagdeel kan gemist worden met een vervangende opdracht. Bij verzuim van 3 dagdelen of meer vervalt het recht op compensatie en wordt geen certificaat uitgereikt.
– Voldoende beoordeling van de gemaakte eindopdracht. Bij een onvoldoende beoordeling van de eindopdracht krijgt de deelnemer een aanvullende opdracht die dient te leiden tot een voldoende beoordeling.
Iedere deelnemer levert uiterlijk een week na de 4e lesdag
(1) een volledig ingevulde casus-conceptualisatie van een eigen cliënt met aan boosheid- of agressie gerelateerde klachten in, met daarbij eveneens
(2) een gefaseerd-uitgewerkt cognitief-gedragstherapeutisch behandelplan.
Tijdens de trainingsdagen kan de uitwerking voor een eigen cliënt reeds aan bod komen.
Accreditatie is toegekend door de VGCt als nascholingscursus.
Accreditatie kan worden aangevraagd bij de FGzPt en bij de NVvP.
Accreditatie nodig bij een andere beroepsvereniging?
Neem dan contact op via info@fortaopleidingen.nl.
Van Dam, A., Van Tilburg, C., Steenkist, P., & Buisman, M.
Bohn Stafleu van Loghum (2012)
Rijckmans, M., Dam, A., & Bosch, L.M.C.
Bohn Stafleu van Loghum (2020)
Voor deze opleiding zijn nog geen lesdagen of locaties ingepland.
Laat je gegevens achter dan houden we je op de hoogte wanneer de eerstvolgende opleiding start. Let op! deze mail kan in uw spambox terecht komen.