Kosten € 145,00
EARLY BIRD PRIJS TOT 1 OKTOBER: €125,-. Forta medewerkers en docenten van Forta Opleidingen krijgen standaard €25,- korting, zowel op de early bird prijs als op de reguliere prijs.
Minimaal
Maximaal
EARLY BIRD PRIJS TOT 1 OKTOBER: €125,-. Forta medewerkers en docenten van Forta Opleidingen krijgen standaard €25,- korting, zowel op de early bird prijs als op de reguliere prijs.
Geaccrediteerd door de VEN, FGzPt, VSR en VGCt nog in aanvraag.
4,5 uur, inclusief 30 min. pauze
Niet van toepassing
Online, via Zoom
Niet van toepassing
Ruim 80% van de Nederlanders maakt in hun leven ten minste één traumatische ervaring mee. Gemiddeld ruim 7% van de Nederlanders ontwikkelt op enig moment in hun leven een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Slechts 39% van deze mensen krijgt een psychologische behandeling. Daarnaast speelt trauma niet alleen een rol bij PTSS, maar bij veel meer psychologische problematiek.
Het is de hoogste tijd dat we mensen met klachten na het meemaken van een trauma beter gaan behandelen, natuurlijk met methoden die beschreven staan in de richtlijnen. Daarnaast is het ook belangrijk dat we blijven innoveren. Niet iedereen profiteert immers van de richtlijnbehandelingen.
Tijdens deze ochtend praten drie vooraanstaande trauma experts je bij op het gebied van innovatieve traumabehandelingen. Sjef Berendsen staat stil bij intensieve traumabehandeling van complexe PTSS. Ad de Jongh praat ons bij over traumagerichte behandelingen van persoonlijkheidsstoornissen en Agnes van Minnen laat ons kennismaken met Deep Fake therapie, de Maxima methode en het gebruik van medicatie om het stresssysteem te resetten. Tussen deze lezingen door zullen twee jonge onderzoekers met ons resultaten van hun promotieonderzoek delen.
Wil jij op de hoogte gebracht worden door drie echte trauma-experts in Nederland over innovatieve traumabehandeling, schrijf je dan snel in!
9.00 – 9.15 Opening
9.15 – 10.15 Sjef Berendsen – Tips & Tricks voor de (intensieve) behandeling van de (complexe) PTSS
10.15 – 10.30 Serge Steenen – Impact van gelijktijdige psychotrope medicatie op de werkzaamheid van psychotherapie voor posttraumatische stressstoornis: een propensity score-matched prospectieve cohortstudie
10.30 – 10.45 Pauze
10.45 – 11.45 Ad de Jongh – Traumagerichte behandeling van persoonlijkheidsstoornissen
11.45 – 12.00 Eline Voorendonk – Actief werken aan herstel: de toevoeging van lichamelijke activiteit aan intensieve traumagerichte behandelingen voor patiënten met PTSS (de APPART-studie)
12.00 – 12.15 Pauze
12.15 – 13.15 Agnes van Minnen – Innovatieve behandelingen van restklachten: de maxima-techniek voor DIS, deep fake therapie en resetten met mifepriston
13.15 – 13.30 Wrap up en afsluiting
Tips & Tricks voor de (intensieve) behandeling van de (complexe) PTSS
Over aandachtspunten bij de diagnostiek van PTSS (angstnetwerk goed in kaart brengen inclusief triggers, vermijdings- en veiligheidsgedrag) en hoe cliënten tijdens de behandeling ondanks maximale angstactivatie binnen de “window of learning” kunnen blijven en cliënt en therapeut effectief samen kunnen werken aan een goed behandelresultaat.
Bij de diagnostiek van PTSS is het niet alleen van belang om vast te stellen dàt er sprake is van PTSS maar ook om het angstnetwerk goed in kaart te brengen inclusief triggers, vermijdings- en veiligheidsgedrag zodat deze in de therapie met de richtlijnbehandelingen Exposure en EMDR behandeld kunnen worden. Aangezien therapeuten geneigd zijn zich vooral te richten op de herbelevingen (m.n. de ‘hotspots” bij exposure en de ‘plaatjes” bij EMDR) zullen tips worden gegeven hoe triggers, vermijdings- en veiligheidsgedrag aangepakt kunnen worden hetgeen ondersteund zal worden met videobeelden. Vooral bij cliënten met complexe PTSS is het bij zowel Exposure als EMDR de uitdaging om enerzijds angst maximaal te activeren en anderzijds binnen de “window of learning” (tolerance) te blijven. Tips zullen worden gegeven hoe bij Exposure om te gaan met te hoog oplopende spanning en dissociatie en hoe bij EMDR m.b.v. cognitive interweaves en proces interventies cliënt en therapeut effectief samen kunnen werken aan een goed behandelresultaat. Speciale aandacht zal geschonken worden aan cognitive interweaves bij fysieke (pijn) herbelevingen, hetgeen ondersteund zal worden met videobeelden.
Impact van gelijktijdige psychotrope medicatie op de werkzaamheid van psychotherapie voor posttraumatische stressstoornis: een propensity score-matched prospectieve cohortstudie
Er is veel bekend over het effect van de verschillende psychotherapieën voor PTSS. Het is ook bekend dat er wat minder grote effecten zijn van individuele medicamenten zoals SSRI antidepressiva, maar wat gek genoeg grotendeels onbekend is, is het effect van het gebruik van medicijnen tijdens het psychotherapeutische behandeling. En dat is van belang, omdat zo’n 38% van de mensen met PTSS medicamenten slikt.
Dat mensen met PTSS medicamenten slikken heeft er voornamelijk mee te maken dat er lange wachtlijsten zijn voor de psychotherapeutische behandeling. Psychiaters en huisartsen die de heftige PTSS-klachten moeten managen zitten vaak met de handen in het haar. Dan wordt er vaak off-label gegrepen naar medicamenten om symptomen te dempen, tegen nachtmerries of om beter te kunnen slapen. Hierbij kun je denken aan antidepressiva, benzodiazepinen, anti-epilepsie medicatie en antipsychotica. Men blijft die medicamenten dus vaak doorslikken tijdens de psychotherapeutische behandeling: is dat dan goed of slecht, of is er geen effect?
Dit hebben we onderzocht met behulp van een propensity score matched analyse van observationele data. Dat is een geavanceerd, modern algoritme waarmee je eigenlijk de resultaten van een klinisch experiment nabootst. Je maakt namelijk vergelijkbare groepen. In een notendop komt het erop neer dat we uit een database van 1500 mensen met PTSS die zijn behandeld met een behandelprogramma (dat bestond uit EMDR, langdurige exposure psycho-educatie en fysieke activiteit) mensen die medicamenten gebruikten hebben vergeleken met de mensen die dat medicament niet gebruikten. Bijvoorbeeld, een vrouw van 42 met een bepaalde PTSS score en met bepaalde psychiatrische co-morbiditeit, die een bepaald aantal behandeldagen heeft ondergaan, waarvan het trauma een bepaalde aard had, die wordt vergeleken met een vergelijkbare vrouw met diezelfde eigenschappen. Zo krijg je twee groepen met vergelijkbare mensen (matched pairs) waardoor je dus iets kunt zeggen over het echte causale verband tussen het gebruik van een medicijn en de behandeluitkomst.
En wat bleek? Dat zal ik uitleggen.
Traumagerichte behandeling van persoonlijkheidsstoornissen
Veel mensen krijgen in hun leven te maken met ingrijpende gebeurtenissen zoals seksueel misbruik, mishandeling, verwaarlozing of pesten. Ook al leiden deze gebeurtenissen niet altijd tot de ontwikkeling van bijvoorbeeld een posttraumatische stressstoornis (PTSS), ze kunnen wel klachten aansturen die kenmerkend zijn voor een persoonlijkheidsstoornis. In deze lezing staan we stil bij de laatste wetenschappelijke inzichten omtrent de behandeling van de gevolgen van blootstelling aan beschadigende gebeurtenissen en omstandigheden, bespreken we de overeenkomsten en verschillen ten aanzien van aandoeningen zoals PTSS, Complexe PTSS en borderline persoonlijkheidsstoornis en wordt gedemonstreerd hoe juist een trauma-gerichte behandeling voor deze patiënten succesvol kan uitpakken.
Actief werken aan herstel: de toevoeging van lichamelijke activiteit aan intensieve traumagerichte behandelingen voor patiënten met PTSS (de APPART-studie)
In de afgelopen jaren zijn nieuwe, intensieve traumagerichte behandelingen ontwikkeld waarbij lichamelijke activiteit, waaronder ‘sport’, wordt toegevoegd aan evidence-based behandelingen zoals exposure en EMDR-therapie voor mensen met PTSS. Eerder onderzoek heeft namelijk laten zien dat de toevoeging van lichamelijke activiteit bovenop reguliere, niet-intensieve psychologische behandelingen zorgt voor een sterkere daling in PTSS symptomen. Echter, het is mogelijk dat andere non-specifieke factoren, zoals extra aandacht, deze gevonden effecten kunnen verklaren. Kortom, de unieke bijdrage van lichamelijke activiteit aan de behandeling van PTSS-symptomen is nog nooit op een gecontroleerde manier onderzocht, waarbij vergeleken werd met een niet-lichamelijke controle conditie die dezelfde hoeveelheid aandacht kreeg. Daarnaast is de invloed van lichamelijke activiteit ook nog nooit onderzocht in de context van een intensieve trauma-gerichte behandeling. Vandaar dat de APPART-studie zich richt op het specifieke effect van lichamelijke activiteit op de behandelresultaten van huidige intensieve traumagerichte behandelingen voor PTSS-patiënten. Het onderzoek is een randomized controlled trial (RCT) met twee armen, waarin de verandering in PTSS-symptomen van een lichamelijke activiteit conditie (N = 60) werd vergeleken met een niet-lichamelijke controleconditie (N = 60) na de behandeling en op 6 maanden follow-up. Deelnemers in beide condities ontvingen dezelfde intensieve 2-weekse traumagerichte behandeling van 8 dagen, waarin dagelijks exposure, EMDR-therapie en psycho-educatie werd gecombineerd. De mate van lichamelijke activiteit verschilde per conditie. De mensen in de lichamelijke activiteit conditie voerden dagelijks lichamelijke activiteiten uit op middelmatige intensiteit. In de niet-lichamelijke controleconditie ontbraken lichamelijke activiteiten, maar bestond de interventie uit een geprotocolleerde mix van (creatieve) activiteiten. De verandering in PTSS-symptomen werd gemeten met een klinisch interview (KIP-5) en een zelf-rapportage instrument (PCL-5). De resultaten van de APPART studie zullen met jullie gedeeld worden tijdens het congres.
Innovatieve behandelingen van restklachten: de maxima-techniek voor DIS, deep fake therapie en resetten met mifepriston
Na het behandelen van PTSS met de reguliere richtlijnbehandelingen, zoals exposure therapie, EMDR of imaginaire rescripting, kunnen er nog restklachten zijn in elk van de symptoomclusters. Zo kunnen klachten van dissociatie aanhouden in de vorm van meerdere identiteiten, zoals bij de Dissociatieve identiteitsstoornis (DIS). Daarvoor is een nieuwe behandeltechniek, de maxima-techniek, ontwikkeld die gebaseerd is op vermijdingsgedrag, dit behandelmodel zal nader worden toegelicht. Ook kunnen negatieve emoties en cognities aanhouden, zoals gevoelens van schuld en schaamte. Hiervoor kan deep fake therapie worden ingezet, waarin de persoon een gesprek aan kan gaan met de dader of een ander relevant persoon met behulp van deep fake technologie. Deze techniek zal ook worden toegelicht. Tot slot kunnen symptomen van hyperarousal aanhouden, zoals continu waakzaam zijn en snel schrikken. Een nieuwe medicamenteuze behandeling met mifepriston kan een reset geven van het stress-systeem, waardoor deze klachten verminderen. Alle nieuwe behandeltechnieken worden toegelicht en met videobeelden geïllustreerd.
Na afloop van deze bijeenkomst:
Hieronder een overzicht van de docenten die deze opleiding geven.
Drs. Sjef Berendsen -
Prof. dr. Ad de Jongh -
Prof. dr. Agnes van Minnen -
Voor deze opleiding zijn nog geen lesdagen of locaties ingepland.
Laat je gegevens achter dan houden we je op de hoogte wanneer de eerstvolgende opleiding start. Let op! deze mail kan in uw spambox terecht komen.